Cookie beleid AFC IJburg

De website van AFC IJburg is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Spelregelwijziging: ‘aanvallend hands’ aangepast

2 september 2021 20:00


Het blijft rommelen rond de bepalingen voor hands. Met ingang van het seizoen 2021-2022 gelden weer nieuw regels voor onopzettelijk aanvallend hands.

Twee jaar terug werd de regel ingevoerd: bij aanvallend hands, ook als dat onopzettelijk is, moet de scheidsrechter affluiten en een directe vrije schop geven als er een doelpunt valt of een kansrijke aanval ontstaat.

 

Die regel wordt nu weer deels teruggedraaid. Onopzettelijk hands blijft strafbaar als de aanvaller rechtstreeks scoort of meteen na de handsbal. Maar als de aanvaller onopzettelijk hands maakt en de bal passt naar een medespeler die vervolgens scoort, dan is het wel een geldig doelpunt.

 

Gerechtvaardigde positie

Voor het bepalen van opzettelijk hands moeten scheidsrechters voortaan bepalen of de hand of arm zich op een gerechtvaardigde positie bevond. De regel is dat spelers hun lichaam niet groter mogen maken met de armen. Maar als ze springen, een sliding maken, in volle sprint zijn, is een opgetrokken elleboog, een uitgestoken steunarm of een wapperende pols soms gerechtvaardigd. Geen opzettelijk hands dus. Sowieso: oordeel scheidsrechter, kortom dat zal tot de nodige discussie leiden.

 

Bouncers

Een onbekend aspect van de handsregel is de ‘bouncer’. Een speler speelt de bal, raakt hem ongelukkig en dan komt hij tegen de hand. De regel is dat dit niet strafbaar is. De redenering is dat niemand die de bal bewust speelt dit doet met de opzet om de bal tegen de eigen hand te spelen. Onopzettelijk hands dus. Let wel: als je de bal niet bewust speelt (bijvoorbeeld als een verdediger inkomt in een ultieme poging de bal te veroveren) en de bal stuit via het eigen lichaam op een arm (in niet-gerechtvaardigde positie): opzettelijk hands.

 

Opzettelijk is niet altijd expres

“Scheids, ik deed het niet expres” is een veel gehoord commentaar in de wedstrijd bij handsballen. Scheidsrechters kunnen veel, maar wat ze niet kunnen is in het hoofd van de spelers kijken. Daarom beoordelen ze ook niet of een handsbal (dit geldt ook voor een harde overtreding) expres gemaakt is. Ze moeten beoordelen of er opzet in het spel is.

 

Van opzet spreken we bij hands als de hand of arm zich op een niet-gerechtvaardigde positie bevindt. Dan is er sprake van opzet: de speler neemt het risico dat de bal tegen de arm komt. Of de speler het zo bedoelde of niet, doet niet te zake. Directe vrije schop.

 

Geel, rood?

Bij opzettelijk hands in het strafschopgebied volgt een strafschop en hoort in 99 van de 100 gevallen ook een gele kaart te volgen. Er is sprake van een schot op doel, je onderbreekt dus een kansrijke aanval. Staat een verdediger op de doellijn en slaat deze de bal uit het doel (zie Suarez kwartfinale WK 2010 tegen Ghana), dan volgt de rode kaart (verhinderen van een zekere scoringskans).

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!